Nederlands
EUR

Achtergrond wolindustrie

De schapen en geiten die bij ons op de
boerderij rondlopen, voorzien ons van prachtige wol waar wij truien, vesten,
sjaals en andere producten van breien in onze breifabriek in Baambrugge.

We willen je graag iets meer vertellen over
hoe het gebruik van wol voor kleding tot stand is gekomen en waarom het
belangrijk is om deze activiteit in Nederland in ere te herstellen.

Van haar naar wol en de wereld over

De eerste schapen die werden gehouden waren meer harig dan wollig en waren ook een van de eerste dieren die überhaupt door mensen werden gehouden. Zelfs in 6000 voor Christus zag men al wat voor kwaliteiten wol heeft. Schapen met de meeste wol werden gehouden en doorgefokt tot de schapen een (bijna) volledig wollen vacht hadden. Het duurde nog even voordat de eerste wollen textielen werden gemaakt, namelijk zo’n 3000 jaar.

Dit gebeurde allemaal in Zuid-West Azië. In Europa duurde het nog veel langer, daar waren de eerste schapen pas rond 4000 v.C. te vinden en de eerste wollen textiel rond 1500 v.C..

De Romeinen waren erg te spreken over wol. De hogere klasse was te vinden in toga’s gemaakt van wol, iets wat voor de lagere klasse verboden was. Hoe rijker je was, hoe groter en langer de toga’s werden gemaakt; onmogelijk om in te werken. Dat was echter precies de bedoeling, op deze manier was het overduidelijk tot welke klasse je behoorde. Er zijn aanwijzingen dat er in deze periode in Zuid-Italie schapen werden gehouden die specifiek voor de kwaliteit van de wol werden gefokt. Wollen producten waren dan ook een statussymbool.

Het belang van het luxe schaap

Wol was zo geliefd dat het in de middeleeuwen een van de belangrijkste rollen speelde voor de Europese economie. Voornamelijk in de Lage Landen (Nederland, België, Luxemburg en een deel van Noord-Frankrijk) en Italië en Engeland heeft wol veel goeds gedaan. Engelse schapen hadden wol van zo’n hoge kwaliteit dat het zowel naar Italië als naar de Lage Landen werd geëxporteerd. Hierdoor bevond Engeland zich in een machtspositie. Zodra er een conflict met de Engelsen was konden zij per direct de handel stoppen, waardoor de tegenpartij met lege handen stond. Dit heeft zich diverse malen in vooral Vlaanderen afgespeeld.

In de Lage Landen werd er van de wol onder andere lakens gemaakt. Dit ging erg goed in Vlaanderen, maar door conflicten moesten zij gebruik maken van wol van lokale schapen. Deze wol had een lagere kwaliteit, omdat ze hier niet voor werden gefokt. Doordat Vlaanderen ook nog eens betrokken was bij oorlogen tussen Engeland en Frankrijk en er in Vlaanderen zelf veel opstanden en oorlogen voorkwamen, bloedde de industrie daar dood.

In het Noorden, Leiden om precies te zijn, kon de industrie rustig verder zijn gang gaan, maar ook daar hield het, vanwege de concurrentie met Engeland, op een gegeven moment op. Engeland had namelijk bedacht dat ze ook zelf met hun eigen wol luxe producten konden maken. Zij exporteerden nauwelijks hun eigen hoge kwaliteit wol, waardoor Leiden het zwaar kreeg. De tachtigjarige oorlog was de klap op de vuurpijl die de toevoer van wol bijna volledig tot stilstand bracht.

Als er één schaap over de dam is…

En toch bloeide Leiden later weer op. Door alle oorlogen in het zuiden vluchtten de mensen, die erg veel kennis hadden over nieuwe weeftechnieken naar het noorden. Leiden werd vervolgens dé belangrijkste lakenstad van de hele wereld. Door de hoge vraag naar Leidse lakens, gemaakt van Spaanse wol, werd er veel vernieuwd in de industrie zodat het produceren sneller ging en er minder mensen nodig waren. Er werden huizen gebouwd voor de arbeiders waardoor het welzijn (enigszins) verbeterde. We moeten echter niet vergeten dat er in die tijd veel kinderarbeid was, lage lonen, lange werkdagen en slechte werkomstandigheden. Na verloop van tijd kwamen de arbeiders in opstand en ging Leiden opnieuw een zware periode tegemoet.

 Een andere bekende wol stad is Tilburg. Reeds in de 18e eeuw was er sprake van activiteiten op grote schaal en Tilburg groeide uit tot een van de grootste industriesteden op het gebied van textiel. Met name door de mechanisatie bloeide de industrie waarbij op het hoogtepunt rond 1880 er zo’n 145 grotere en kleinere wolfabrieken waren.

Uiteraard bleven crises Tilburg niet bespaard en slonk dit aantal in de loop der jaren waarbij er echter altijd een kern van activiteiten bleef bestaan. Onder andere door het Marshallplan na de tweede wereldoorlog werd er flink geïnvesteerd in de industrie zodat er in de jaren vijftig in de wolindustrie alleen al in Tilburg zo’n 10.000 mensen werkzaam waren.

Helaas ging het daarna snel bergafwaarts waardoor in 1983 de laatste wolwasserij zijn deuren sloot.

Het schaap vs de rest

Helaas heeft Leiden en de rest van Nederland niet nogmaals zoveel geluk gehad. De wolindustrie ging op een laag vuurtje en uiteindelijk werd dat een waakvlam door de lagere kwaliteit van Nederlandse wol en door nieuwe, goedkopere materialen.

Door de opkomst van synthetische stoffen die goedkoop in Azië geproduceerd kunnen worden, is het onmogelijk voor, de in verhouding dure wol, om daar tegenop te boksen. Al helemaal door de consumptiecultuur die ons stimuleert om veel en goedkoop te kopen. Een probleem waardoor veel waardevolle, mooie wol nu vernietigd wordt.

Meer weten over het huidige probleem? Klik hier

Help de verandering door te voeren

Gelukkig kan het ook anders en zien wij dat het steeds normaler wordt om zorgzaam met onze spullen om te gaan, te repareren wat kapot gaat en oog te hebben voor mens en omgeving. Bij de Knitwit Stable, onze producten zijn niet goedkoop, we hebben geen uitverkoop of een sterk wisselende collectie. Maar wat we wel hebben is een transparant productiemodel, oog voor onze dieren, een fijne werksfeer met onze medewerkers en een stichting zonder winstoogmerk.Hierdoor weet je dat jouw trui, sjaal of muts eerlijk en met aandacht gemaakt is. En je mag het ook nog met eigen ogen komen bekijken!